Dopamine is een neurotransmitter (hormoon in het brein) dat verantwoordelijk is voor onder andere de anticipatie op het volgende. Het is verantwoordelijk voor het in actie schieten om een bepaald doel of een beloning te bekomen. Het zorgt ervoor dat we kijken naar wat er buiten ons ligt en geeft energie en motivatie om datgene dat we willen, te bereiken. Het zet ons in beweging en is verbonden met actie.
Serotonine is ook een neurotransmitter maar is in tegenstelling tot dopamine verantwoordelijk voor het appreciëren van wat je in je bezit hebt. Het geeft rust in het moment zelf en zorgt ervoor dat we in het nu leven waardoor men een kalmte ervaart.
Het is belangrijk om in het leven een evenwicht te bekomen van deze twee hormonen. Te veel dopamine maar te weinig serotonine zorgt ervoor dat je altijd van doel tot doel springt maar nooit het gevoel van vervulling ervaart. Je wilt altijd maar meer en voelt innerlijke onrust door het feit dat je meteen kijkt naar het volgende zonder stil te staan of te genieten van het proces. Het gaat om de bestemming, niet de reis.
Te veel serotonine maar te weinig dopamine zorgt dat je in je comfortzone blijft. Je hebt geen doelen of ambities en hebt ook geen motivatie om te groeien. Je bent goed waar je bent.
Als we kijken naar het vormen van relaties zien we ook hier het belang van deze twee hormonen terugkomen. Het is belangrijk dat er activiteiten zijn die beide neurotransmitters stimuleren.
Innige relaties kennen momenten van actie en rust: Momenten waarbij men een gezamenlijk doel wilt bereiken. Dit kan zo simpel zijn als het winnen van een potje tennis tegen vrienden als zo complex als het opstarten van een bedrijf. De relatie zorgt hierbij voor een positieve feedback loop in die zin dat de gezamenlijke inzet motivatie geeft voor beide partijen.
Serotonine in een relatie creëert down-time. Denk maar aan het samen koken en daarvan genieten, elkaar aanraken of naast elkaar een boek lezen.
Wanneer we dit doortrekken naar de relatie met onze honden is het belangrijk dat we zowel dopamine als serotonine kunnen stimuleren in onze hond. Hierdoor zal onze hond ons associëren met zowel actie als rust en kunnen we een balans bekomen in de gemoedstoestand van de hond.
Honden die te veel dopamine aanmaken en een tekort hebben aan serotonine zijn kenmerkend ‘dopamine-junkies’ (vaak genetisch bepaald zoals border collies, duitse herders, mechelse herders, american staffords,…). Ze zijn steeds op zoek naar nieuwe actie en hebben moeite om letterlijk stil te blijven. Kenmerkend voor deze honden is dat ze snel en vaak in hoge opwinding gaan, ook op ongepaste momenten. Dit zijn honden die een tekort hebben aan impulscontrole en zich daardoor gemakkelijk laten verleiden tot de volgende dopamine ‘hit’: Overvloedig blaffen op voorbijgangers en ze ‘wegjagen’, happen, opspringen,… Daarnaast zijn ze vatbaar voor dwangneurotisch gedrag.
Het probleem hiermee is dat dopamine verslavend kan werken en dat het brein associaties legt met de gebeurtenissen die deze dopamine stimuleren. De hond zal dus vaker en sneller terugkeren naar het gedrag om de dopamine hoog te houden. Dit kan je vergelijken met een verslavingsproblematiek in mensen.
Een voorbeeld in de praktijk is wanneer één baasje altijd met de hond speelt of de hond in hoge opwinding brengt. Wanneer dit baasje thuis komt zie je dat de hond meteen in hoge opwinding gaat en moeite heeft om rustig te zijn rond deze persoon.
Dit kan je ook doortrekken naar locaties: Als je graag wilt dat je hond in huis rustig is zal je ervoor moeten zorgen dat binnenshuis enkel serotonine-stimulerende activiteiten worden uitgevoerd, eerder dan dopamine-stimulerende activiteiten.
Mijn eigen veld gebruik ik voor spel en training (dopamine). Wanneer ik met mijn honden naar het veld wandel zie je dat hun opwinding al stijgt en dopamine aangemaakt wordt als anticipatie op de activiteiten op het veld.
Bij deze honden is het stimuleren van serotonine een belangrijk onderdeel in hun training om algemeen goed gedrag te bekomen.
Nu klinkt het of dopamine leidt tot probleemgedrag, wat zeker niet het geval is. Dopamine stimuleren op afgebakende en gepaste momenten zorgt ervoor dat onze hond plezier beleeft aan de activiteiten die we met hem doen (en daarnaast de dopamine stimulatie met ons associeert in tegenstelling tot zelfbelonend probleemgedrag). Dopamine heeft daarnaast een verlagend effect op angstgevoelens waardoor het stimuleren van dopamine in de nabijheid van een angstaanjagende prikkel een goede techniek is om de angst voor deze prikkel te verlagen (en daarbij angst in het algemeen).
De hond de mogelijkheid geven om zijn driften en instincten te kunnen uiten op een gecontroleerde manier stimuleert dopamine. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Spel, speuren en beweging. Ook trainen met je hond (waar spel eventueel een onderdeel van kan zijn) is een dopamine trigger aangezien de hond anticipatie heeft op een beloning en actief is.
Kijken naar het ras dat je hebt en een activiteit kiezen die aanleunt bij de driften van dat ras zal leiden tot een algemene vervulde hond.
Te weinig aanmaak van dopamine daarentegen leidt tot depressie, terugtrekken en overvloedig slapen. Dit zie je vaak bij honden die weinig beweging en stimulatie krijgen en de hele dag in hun mand liggen. De baasjes denken verkeerdelijk dat de hond gewoon geen nood heeft aan stimulatie, terwijl de hond eerder aanleunt tegen een depressie.
Wanneer we kijken naar de impact van serotonine op het gedrag van de hond gaat dit over het ervaren van rust en kalmte in het moment. Dit kan thuis, door middel van het plaatscommando, door het geven van een massage waardoor de hond ons associeert met ontspanning of gewoon door bewust aanwezig te zijn met onze hond. Ook hier wordt de situatie en de omgeving geassocieerd met de aanmaak van serotonine.
Er bestaat een stroming binnen hondentraining waarbij men bijna continu van de hond verwacht rustig te zijn.
De hond mag zich bijna nooit uitleven of eens hoger gaan in opwinding. Net door de hond de kans te geven hoog in opwinding te gaan en dopamine aan te maken kunnen we hem leren om van daaruit te kunnen schakelen naar rust waar serotonine wordt gestimuleerd. Zo heeft onze hond de capaciteit om zonder veel problemen zijn gemoedstoestand aan te passen aan de situatie. De hond kan dus zijn energie kwijt maar kan zich intomen en rustig zijn indien nodig.
Recente reacties