Je ligt rustig te slapen, dromend over de Rode Duivels die dan toch eerste werden op het WK, wanneer er plots een fel licht vanuit je plafond verschijnt.
Terwijl je wakker schiet voel je je lichaam door een enorme zuigkracht opgetild worden, richting het licht. Je verliest even het bewustzijn.
In wat twee seconden later lijkt doe je je ogen, die even moeten wennen aan de lichte kamer, open en zie je dat je omringd bent door groene mannetjes die met vertederende ogen naar jou kijken en je knuffelen en rondgeven.


Waar the hell ben je beland?

De groene mannetjes nemen je mee naar hun eigen planeet, Sharpeinus,  waar je in huis genomen wordt bij de familie Staffiedus.
Je bent natuurlijk helemaal in de war want deze vreemde wezens spreken een taal die je niet begrijpt en hebben vreemde tradities en gewoontes. Je onderneemt zelf enkele pogingen om met hen te communiceren. Maar tevergeefs, ze spreken geen (lichaams)mensentaal.
Ze zorgen redelijk goed voor je: Je krijgt alle dagen ongeveer hetzelfde eten, je krijgt water en een warm bed maar toch laten ze je gedurende een lange periode van de dag alleen. Geen tv, geen boeken of zelfs geen pak kaarten: Dat kennen ze namelijk niet.

Af en toe neemt de familie Staffiedus je eens mee naar buiten.
Hé, wat zie je daar plots?! Een ander mens!!! Vol enthousiasme probeer je die andere mede-aarde-ganger te begroeten en sleur je meneer Staffiedus mee. Wanneer je bij dat ander menselijk wezen komt besef je dat er nog maar weinig menselijkheid aanwezig is. Deze persoon praat en roept tegen zichzelf, zwiert met zijn armen en benen. Er lijkt geen gezond verstand meer in te zitten. Hij lijkt wel een zombie dat alle realiteitszin verloren is.
Exact hetzelfde lot dat jij tegemoet gaat na jarenlange afzondering van soortgenoten, niemand die je begeleidt in deze groene mannetjeswereld, frustraties van jarenlange verveling en leegte in je leven. Niemand die je zegt hoe je je dient te gedragen in deze nieuwe wereld waar je de taal, de gewoontes en de tradities niet van kent. Je zou voor minder…

Dit dramatische en fantasierijke verhaal is perfect toepasbaar op onze honden. We verwachten van hen dat ze snappen wat we bedoelen, dat ze weten wat kan en wat niet kan en we geven ze te veel vrijheid zonder ze duidelijk te maken hoe ze met deze vrijheid dienen om te gaan in een wereld die gebouwd is voor en door mensen.
De laatste decennia zien we meer en meer honden met zware agressie en angstproblemen opduiken. Honden zijn dan ook geen honden meer: Honden zijn furbabies geworden, die met ons in bed slapen en die we kleedjes aantrekken. We zitten liever op onze smartphone of in onze zetel dan naar buiten te gaan en erop uit te trekken. De stress die we zelf op dagelijkse basis meemaken projecteren we op onze honden.

We zijn niet meer geduldig.

De druk die we op onze viervoeters leggen is enorm, en het erge is dat we hen op geen enkele manier helpen om met deze druk om te gaan. Wat zich dan ook uit in frustratiegedrag.

Lijdt jouw hond aan een van deze “aandoeningen”?:

  • Vernielzucht
  • Graven
  • Uitbreken
  • Reactiviteit aan de leiband
  • Verlatingsangst
  • Nerveus gedrag, moeite hebben met rustig worden
  • Uitvallen naar fietsers, auto’s, lopers
  • Overdreven trekken aan de leiband
  • Overdreven blaf en piepgedrag

Ik kan blijven doorgaan en spreken over hond- en mensagressie maar hier zijn andere factoren (erfelijkheid, ras,…) die meespelen los van de omgeving.

Als je je hond herkent in één van bovenstaande gedragingen is het tijd volgende vragen aan jezelf te stellen:

  • Geef ik mijn hond te veel vrijheid/te veel ruimte om zijn eigen beslissingen te maken (toegang tot het hele huis/tuin, tijdens het wandelen hem laten doen wat hij wilt)
  • Geef ik mijn hond voldoende mentale uitdaging? (2x/dag gaan wandelen is niet genoeg). Train ik met mijn hond?
  • Word ik vaak boos op mijn hond als hij iets mis doet zonder dat ik hem ooit heb geleerd dat dit eigenlijk niet mag/zonder hem te leren wat ik wél van hem verwacht?
  • Ben ik mij bewust van de lichaamstaal van mijn hond? Wat probeert mijn hond mij te zeggen?
  • Neem ik kleine stapjes in zijn training of verwacht ik meteen te veel van hem?
  • Welke grenzen leg ik mijn hond op? En wat doe ik als deze grenzen overschreden worden?

Ik begrijp dat deze vragen moeilijk zijn om aan jezelf te stellen. We horen niet graag dat wij een grote verantwoordelijkheid dragen in het foute gedrag van onze hond, maar het is pas als we hier eerlijk in durven zijn dat we veranderingen zullen zien.

Heeft u hierbij hulp nodig? Dan kan u steeds contact opnemen met Saraïka of één van onze betrouwbare partners om u verder te begeleiden!